Busje komt niet meer?
Landelijke beweging vraagt kordate aanpak om vervoersarmoede op het platteland te vermijden.
De Lijn rolde begin 2024 haar nieuwe vervoersregeling uit. Het schrappen van tal van haltes en lijnen met amper alternatieven zal heel wat mensen in vervoersarmoede duwen, zeker op het platteland.
Sinds het in voege treden van het decreet Basisbereikbaarheid ervaren we voor het eerst wat “Vervoer op maat” betekent. Het nieuwe busnet van De Lijn dat kadert binnen de uitvoering van het decreet Basisbereikbaarheid plooit terug op een kernnet met een aanvullend aanbod voor kleinere woonkernen. In theorie een kernnet dat vervoer op drukke verbindingen aanvult met aanvullende buslijnen en andere alternatieven voor kleinere woonkernen, verbonden door Hoppin-punten. Hoppin-punten zijn vaak slechts een veredelde buspaal met eventueel parkeerplaats voor auto’s of een fietsenstalling.
Slechts 8% van de Hoppin-punten klaar
Uit een analyse van plattelandsorganisatie Landelijke Gilden blijkt dat slechts 169 van de 2100 Hoppin-punten, of 8%, vandaag is gerealiseerd. Slechts 270 zijn nog bijkomend in ontwikkeling. Bovendien stelt Landelijke Gilden vast dat slechts 10,7% van die punten zich in landelijke gemeenten bevinden, tegenover 89,3% in steden en verstedelijkte gemeenten. Net daar waar onze overheid het hardst snoeit in het busaanbod zal er dus geen alternatief voorhanden zijn. 93% van de mensen die in 2023 de bus nam voor dagelijkse verplaatsingen, heeft geen alternatief voor verplaatsingen naar werk, school, vrije tijd of ziekenhuis. “100.000 Vlaamse gezinnen wonen zonder auto op het platteland. Bij gebrek aan openbaar vervoer dreigen zij volledig uit de boot te vallen”, laat de organisatie noteren.
Kordate aanpak van de Vlaamse overheid nodig
Landelijke Gilden is voorstander van het efficiënter organiseren van het openbaar vervoer maar dit mag de dienstverlening niet in het gedrang brengen. De plattelandsbeweging stelt vast dat het “vervoer op maat” niet in staat zal zijn om ervoor te zorgen dat alle mensen die vandaag afhankelijk zijn van de bus zich nog zullen kunnen verplaatsen. Het openbaar vervoer is een onmisbare schakel om mensen uit kansarmoede te houden (of halen), te zorgen dat iedereen kan participeren aan de maatschappij en toegang krijgt tot de nodige zorg: ook kinderen, jongeren, ouderen, mensen met een handicap of mensen die zich geen auto kunnen veroorloven.